Het maalsysteem.
De volgende ochtend vroeg moesten ze met Ishma op zoek naar de verdere afgang van Chiavel. Ze hadden via de schacht kunnen afdalen maar nu
daardoor geregeld stenen naar beneden raasden kon dat niet meer. Die weg had Ishma afgesneden door haar te snelle besluit de bunker
onklaar te maken. Ook zij maakte dus fouten, was in de war, bedacht Kervin grimmig. Maar hij wist van het riviertje dat
onderaan de helling liep en daarin verdween. Op een kaart was te traceren waar
het ondergronds ging, en dat was direct onder Chiavels
bungalow. Ze waren er nooit geweest, ongetwijfeld omdat Chiavel
ze er van had weerhouden, gezien wat hij daar verborgen hield. Op de gevonden
plattegrond van de horst vond Ishma een stalen deur
die opende op de plek waar de loodrechte wand onder zijn terras was voorzien
van klimbeugels. Daarover een honderd meter lager gekomen, bereikten ze een in
de wand uitgehakte trap die eindigde bij een hoge kloof waarin het riviertje
verdween. Langs het water liep een ruw geëffend pad terwijl aan het plafond
zwaar verroeste restanten van een kabelbaan re bespeuren waren.
‘Hierlangs is het een en ander naar binnen gebracht,’
concludeerde Ishma. Vrij makkelijk
kwamen ze door de tunnel uit bij de schacht en moest hij verhinderen dat
Burton, die wat te gretig op dit avontuur voorop liep, zowat uitgleed op de
rand van een donker gat. Het werd overspannen door twee stalen balken waarop
een stalen trechter rustte, recht onder de schacht. Met een goot tussen de
balken werd het riviertje daarin geleid. Onder in de trechter glommen drie
zware messen. Even weken ze terug toen een paar stenen daarop in stukken
knalden die met een
wegstervend snerpen en nazingend verdwenen. Rond deze opvang van het water en
alles wat uit de schacht omlaag tuimelde, gaapte het duister van een onderaardse
ruimte. Daarin turend met hun lampen zagen ze een op de trechter aangesloten
holle buis die als overgrote kurkentrekker schuin de peilloos diepe grot in spiraalde. Na wat voorzichtig rondneuzend en enige broodnuchtere
opmerkingen van Ishma begreep Kervin
hoe het Chiavel hier vergaan was. Na hun laatste
oogcontact was hem nog luttele seconden gegeven om zijn lot te beleven.
Vermengd met de stenen was hij op de hevig gebutste messen in de trechter in
stukken gereten en het met hem meevallende stenen
verpulverd. Vervolgens hadden het puin al roetsjend door de spiraal heen hem
tegen de stalen wand tot moes vermalen. Het rivierwater had daarna alles
weggespoeld. Zakelijk gaf Ishma aan wat ze zagen en
hoe het werkte.
‘Die spiraalvormige buis is ontworpen naar het
principe van een kogelmolen, een apparaat om materialen tot meel te vermalen.
Daarom is Chiavel eerst vermengd met stenen.’ Zelfs Chiavels kiezen waren tot stof geslagen, zei ze.
‘En zijn spot?’vroeg Burton. ‘Hij had er een. Is die
nog te spotten?’ Veel kinderen kregen er een ingeplant opdat ze nooit zoek
raakten.
‘Zeer waarschijnlijk ook vermalen,’ antwoordde Kervin. ‘Van die mannen die Chiavel
assisteerden bij de renovatie en daarna spoorloos verdwenen, hadden twee ook
een spot. Tot vervelends toe hebben ze gebeld waar ze konden zijn. Die bleken
ook niet meer te spotten. Het bewijs dat ook zij langs dit systeem voorgoed
opgelost zijn in het niets.’
Inmiddels had het riviertje de vermalen Chiavel
uit het systeem gewassen. Restte ze nog uit te zoeken waar naartoe. Terwijl Kervin zich wat op afstand hield liet Burton zich weer tot
in alle details door Ishma voorlichten. Aan hem was
duidelijk een ingenieur verloren gegaan. Even was hem dit slecht vergaan, want
net toen hij zich voorover wilde buigen om de zware messen in de trechter beter
te bekijken sloeg weer met helse klap een lading puin daarop in stukken. Terwijl ze bijkwamen van de schrik hoorden ze de stenen weer
gierend door de spiraal de diepte in razen. Alleen Ishma
leek nauwelijks verrast. Ze wees nu ook met haar lantaarn op het inwendige van
de schacht omhoog. Daarin eens geplaatste klimijzers waren door vallend
gesteente tegen de wand waren geplet. Via de schacht hadden ze dus nooit hier
kunnen komen.
‘Op dergelijke verrassingen moeten we bedacht zijn. Nu
het luik in de bunker los zit gebeurt dit telkens als de vulling zwaar genoeg
in om het open te drukken. Nu weer geleegd zijn we er voor even van gevrijwaard.’
Burton keek haar wat glazig aan en met een uitdrukking van ‘had me dat eerder
verteld’.
Aan de stalen balken hing ook een stalen ladder de
diepte in. Die afdalend kwamen ze via een drietal aan allerlei kabels wiegende
bordessen ruim tweehonderd meter lager uit op de bodem van de onderaardse zaal.
Daar sloot de spiraal aan op goot die steil aflopend verdween in een hoge
spleet. Die moesten ze volgen wilden ze bij de eindbestemming van Chiavel komen. Er langs kijkend zagen ze een vijftig meter
verder licht. Ze zouden op veilige afstand van de goot moeten blijven. Want
ieder moment kon de bunker weer een lading lozen. Het onklaar maken van het
luik had Ishma toch beter kunnen uitstellen, bedacht Kervin tevreden.
Terwijl Burton zich concentreerden op een veilige weg
langs de goot liet Ishma haar licht door de immense
onderaardse koepel waaieren. Het dak en op bodem lieten de gebruikelijke
kalkafzettingen zien in de vorm van kegels en waaiers. Fascinerend was het
oplichten van de glanzend roestvrijstalen reuzenspiraal, gehangen aan in alle
richtingen wegschietende kabels.
‘Zo te zien nog klokgaaf en waarschijnlijk vele
millennia geleden geïnstalleerd,’ merkte Ishma met
ontzag in haar stem op.
‘En daarna door niemand ooit ontdekt en zo intact
gebleven,’ zei Burton.
‘Behalve dan door Chiavel,
die het daardoor ook inwendig heeft mogen ondergaan,’ antwoordde Ishma.
Burton had inmiddels beslist
over een veilige afdaling langs een richel naast de goot. Met touwen afzeilend
kwamen ze bij de opening naar buiten. Net toen weer een lading puin door de
goot gillend in de diepte stortte van een dicht begroeid ravijn waardoor het
riviertje verder kon.
‘Dat moeras in de diepte, daar het hij zijn graf
gevonden. Micro-organismen hebben hem inmiddels
verorberd, hem in de gebruikelijke kringloop gebracht,’ noteerde Ishma plechtig. Dat betekende dus dat niemand hem ooit nog
zou vinden, begreep Kervin meteen. En zonder lijk
geen moord en dus geen veroordeling van zijn moordenares. Hij begon haar nog
meer te haten. Wat was dit voor mens? Maar ze had wel weer gelijk. Alle sporen
van Chiavel, en die van ongetwijfeld vele anderen,
waren hier volmaakt uitgewist. Eens toen zij mannen nog streden om van alles en
nog wat was dit systeem voor liquidatie van tegenstanders bedacht en praktisch
volmaakt uitontwikkeld. Met zijn hang naar die tijden had Chiavel
niet kunnen nalaten zich ook daarin te verdiepen, het laten restaureren en
zelfs willen benutten.
Kervin wendde zijn blik af van de vallei des dood en keek
naar zijn gids in dit spookverhaal. Voor Chiavel was
de essentie van zijn leven een droom geweest. En daar waar dromen realiteit
worden, beslist het lot. Ishma deed alleen in
realiteiten en leek daarmee elk lot te kunnen tarten. Waar was zij kwetsbaar,
wat was haar zwakke plek?
De terugtocht was vermoeiend geweest. Een afdaling in
het ravijn waarin Chiavel was opgegaan zou vele uren
vergen en had geen enkele zin. Hij had ook geen idee waar ze dan op uitkwam.
Ze moesten weer terug via de kloof, over ladders langs de spiraal omhoog en
daarna het riviertje volgen. Voor klimmers als Burton en hij
was de klim geen al te groot probleem. Kennelijk ook voor Ishma niet. Ze pufte wel geregeld van inspanning maar wist
van geen opgeven. Hangend in het pikdonker van de grot met het wisselend
demonisch glimmen van de spiralen in hun lampen, had hij tenminste
enige vrees verwacht. Maar niets daarvan. Bij de al niet makkelijke afdaling
had ze alles al gecontroleerd en veilig bevonden, zei ze. Ook nu ging zij
vastberaden voorop en bepaalde het tempo. Weer viel hem op hoe strikt zakelijk
en zonder enige emotie ze deze klim dirigeerde. En met alle aandacht voor haar
volgers en meldde ze nauwgezet wat die aan obstakels te wachten stond.
Kalkafzettingen op de ladders maakten die hier en daar spek glad. Halverwege
geklommen werd de stikdonkere stilte weer verscheurd door een lading uit de
bunker. Tijdens de minutenlange nagalm in de grot was het even alsof hij de
ondergang van zijn makker mee beleefde. Meteen reageerde
Ishma daarop met: alles oké mannen. Het leek wel of
ze zijn emotie aanvoelde. Chiavel had ook alle
attentie voor zijn mannen als er moeilijkheden waren, maar dan door ze jennend
uit te dagen door te zetten. Eenmaal weer samen rond de inlaat van de buis
sloeg ze zelfs even haar arm om hun schouders.
‘Bedank jongens voor jullie assistentie.’ Ze werden
haast kameraarschappelijk, bedacht hij kwaad.
***